Is schaken en backgammon spelen religieus toegestaan?

Schaken is een soort bordspel dat in de wereld zo gewoon en populair is geworden dat het zelfs op scholen wordt aangemoedigd. Er worden cursussen en wedstrijden voorbereid en in tijdschriften en kranten worden speciale katernen en stukken speciaal voor dit spel gereserveerd; en op de televisie worden programma’s over dit spel gemaakt. Kortom, dit spel wordt in het openbaar gespeeld, vooral door jongeren op verschillende tijdstippen en plaatsen.

In dit geval, zoals bij elk spel, zijn er enkele maatregelen die de Islam heeft genomen ten aanzien van het schaakspel en zijn er verschillende standpunten en perspectieven ten aanzien van de toelaatbaarheid of het verbod ervan. Om deze reden, hoe gewoon en populair het ook wordt, staat dit niet gelijk aan het noch religieus geoorloofd noch verboden zijn ervan.

Zoals bekend, is het schaakspel in Iran ontstaan en heeft het zich van daaruit naar andere landen verspreid. Onder de Arabieren was het voordien niet bekend. Toen echter Iran werd veroverd en er betrekkingen met de Iraniërs werden aangeknoopt, begonnen hun gewoonten beetje bij beetje onder de moslims op te duiken. De Islam tolereert in principe gewoonten en gebruiken die eigen zijn aan een volk en die passen bij zijn essentie of die er niet mee in strijd zijn. Niettemin verbiedt hij gedragingen, houdingen en gewoonten die schadelijk kunnen zijn en beveelt hij de mensen deze op te geven.

Hoewel het niet in de hadithboeken is opgenomen, wordt schaken in sommige berichten “de eigenaar van de koningin” genoemd en wordt het spelen ervan niet aanvaardbaar geacht. Terwijl Ali (moge God tevreden met hem zijn) schaken niet tolereert en verklaarde “Schaken is het gokken van de Perzen”, verklaarde Abu Musa al-Ashari van de Geëerde Metgezellen “Zij die schaken zijn degenen die er niet om geven een zonde te begaan” en Ibrahim an-Nahai, een groot geleerde van de Islamitische Jurisprudentie, omschreef schaken als “vervloekt” toen hem er naar werd gevraagd. Op dezelfde manier is Abdullah Ibn Umar van mening dat “schaken erger is dan andere soorten gokken” en Imam Malik beschouwt schaken als backgammon en hij beschouwt het ook als verboden. (1)

Volgens de meerderheid van de geleerden van de Islamitische Jurisprudentie, die deze verslagen en standpunten overnemen, is het schaken niet godsdienstig toegestaan, maar verboden. De voorkeur van de Hanafi-school gaat uit naar dezelfde mening.

Aan de andere kant categoriseren sommige geleerden schaken niet hetzelfde als andere spelen en denken dat het onder bepaalde omstandigheden toegestaan kan zijn om te schaken. Imam Nawawi, een van de grote geleerden van de Shafii school, verklaart het volgende over deze kwestie:

“Schaken is verboden volgens de meeste geleerden. Als een persoon de tijd van een gebed mist door dit spel of het speelt voor een beloning, dan beschouwen wij het als niet toelaatbaar.”

Ibn Abidin, een van de geleerden van de Hanafi school, verklaart het volgende over schaken ” Het is verboden en het is een grote zonde in onze school.” en hij merkt ook op dat Imam Shafii en volgens een verslag, Imam Abu Yusuf het schaken als aanvaardbaar beschouwen. Wahbaniyyah geeft aan dat de uitspraak van Sharih ” Schaken kan geen kwaad” een vertelling is. (2)

Zoals Imam Nawawi verklaarde, zijn er vier omstandigheden die aanwezig moeten zijn voor schaken om religieus toelaatbaar te zijn:

  1. De schakers mogen niet te laat zijn voor het gebed met het excuus dat zij zich verliezen in het spel.
  2. Schaken mag niet gespeeld worden voor financiële of soortgelijke voordelen, met andere woorden, het moet gespeeld worden onder de omstandigheid dat noch de winnaar noch de verliezer aan het eind iets meeneemt als beloning.
  3. De spelers dienen zich te onthouden van het gebruik van grove taal zoals scheldwoorden, leugens, roddel tijdens het spel.
  4. Degenen die van het schaken een gewoonte hebben gemaakt, moeten er geen verslaving van maken die niet kan worden opgegeven.

In dit geval, volgens dit standpunt, onder de voorwaarden van het kennen van de grenzen, het niet maken van excuses voor de gebeden en het niet veroorzaken van zonden, wordt het schaken toelaatbaar geacht.

Ibn Hajar al-Makki, een van de geleerden van de Shafii school die de toelaatbaarheid van het schaken heeft onderzocht aan de hand van de bijzondere manier van het spel, legt het verschil uit tussen backgammon en schaken:

“Bij het spel backgammon is het spel afhankelijk van dobbelstenen. Schaken is echter afhankelijk van denken en mentale vermogens. In die zin kan dit spel gebruikt worden voor het plannen van oorlogsstrategieën.”

In zijn boek getiteld Az-Zawajir, waarin hij deze kwestie breed behandelt, concludeert Ibn Hajar tenslotte:

“Het heeft geen zin om lang te praten over verschillende standpunten over deze kwestie. Als de voorwaarde eenmaal duidelijk is, dan wordt het gemakkelijk om er de orde op te stellen. Hier is de voorwaarde: Als dergelijke spelen afhankelijk zijn van denken en calculeren, dan moeten we ze als legitiem accepteren. Schaken is zo. Maar als het afhangt van dobbelen en voorspellen, dan hebben we geen andere keus dan het verboden te noemen. Zo is het ook met backgammon.” (3)

Concluderend, door te voldoen aan de voorwaarden die Imam Shafii en Abu Yusuf hebben gepresenteerd en de uitleg van Ibn Hajar in overweging te nemen en de voorkeur te geven aan de legale kant, kunnen schakers zich ontslaan van de verantwoordelijkheid.

  1. Az-Zawajir, 2:200
  2. Raddu’l Mukhtar, 5:523
  3. Az-Zawajir, 2:201-202
Had je hier wat aan?
Over de auteur
Osman Celil

Osman Celil is een imam / geestelijk verzorger, geboren en getogen in Nederland. Na het afronden van zijn studie; islamitische theologie, is hij actief geweest in verscheidene moskeeën als imam. Tegenwoordig is hij werkzaam als geestelijk verzorger in diverse (jeugd)gevangenissen.