Het is niet toegestaan om te werken in een fabriek waar alcoholische dranken worden geproduceerd en het geld dat daarmee wordt verdiend is haram. Het is haram om alcoholische dranken te produceren, te kopen, te verkopen, te dragen en te serveren. Daarom is het niet toegestaan om op zulke plaatsen te werken.
De Islam gaf niet de voorkeur aan de manier om bepaalde wijdverbreide slechte gewoonten plotseling af te schaffen; in plaats daarvan gebruikte hij een methode die begon vanaf het minimumniveau en die de mensen leidde tot ontwikkeling in een bepaalde richting. Zo is bijvoorbeeld het verbod op rente een van de laatste decreten van de Islam. Pas nadat de moslims een bepaald niveau van imaan (geloof) hadden bereikt met de methode van de Koran. Geleidelijkheid was essentieel.
Een van de zaken waarbij geleidelijkheid werd gebruikt bij het verbod was alcoholische drank. Alcohol werd niet in één keer verboden; het werd verboden na drie verzen die met bepaalde tussenpozen werden neergezonden, nadat de gelovigen er klaar voor waren gemaakt. Zodra de Moslims hoorden dat alcoholische dranken verboden waren, gooiden zij alle wijnvaten omver en goten ze op straat. (Moslim, Musaqat: 67)
Niet alleen het drinken, maar ook het kopen en verkopen van alcohol werd haram gemaakt. De Boodschapper van Allah verklaarde in een hadith dat alcohol in tien opzichten vervloekt was:
“Wijn is vervloekt vanuit tien invalshoeken: De wijn zelf, degene die het perst (de druiven e.d.), degene voor wie het geperst wordt, degene die het verkoopt, degene die het koopt, degene die het vervoert, degene naar wie het vervoerd wordt, degene die de prijs ervan consumeert, degene die het drinkt en degene die het serveert.” (Ibn Majah, Asjriba: 6)