Aanbidding betekent het vervullen van de bevelen van Allah, het zich verre houden van Zijn verboden en het handelen overeenkomstig Zijn toestemming. Wat betreft de vraag waarom wij aanbidden:
- Allereerst aanbidden wij omdat dit het doel is van onze schepping, want Allah heeft ons, mensen, geschapen opdat wij Hem zouden kennen, in Hem zouden geloven en Hem zouden aanbidden.
Deze kwestie wordt als volgt verklaard in de Koran:
“Ik heb alleen djinn en mensen geschapen, opdat zij Mij dienen.” (adh-Dhariyat, 56)
Als gelovigen handelen wij in overeenstemming met het doel van onze schepping zoals in het vers staat en proberen wij onze plicht te vervullen om onze Schepper te aanbidden.
- Bovendien aanbidden wij Allah om Hem te danken voor zoveel giften die Hij ons heeft gegeven.
Wij danken iemand die ons een klein geschenk geeft meerdere malen; als wij Allah, die ons zoveel giften en gaven geeft, niet danken door te aanbidden, zullen wij zeker ondankbaarheid hebben getoond. Wij proberen onze plicht van aanbidding foutloos te vervullen om dergelijke ondankbaarheid te vermijden.
Allah schiep ons uit het niets, rustte ons uit met duizenden gevoelens en organen, schiep alles wat die gevoelens en organen nodig hebben en Hij gaf ons menselijkheid, geloof en leiding samen met het leven.
In de Koran staat dat de gunsten van Allah eindeloos zijn en dat het onmogelijk is ze te tellen, als volgt:
“Indien gij de gunsten van Allah wilt tellen, zult gij ze nooit kunnen tellen. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.” (an-Nahl, 18).
Wat wij moeten doen voor eindeloze gunsten is God, de Almachtige, kennen en liefhebben, die de eigenaar is van deze gunsten, en laten zien dat wij Hem liefhebben door Hem te aanbidden en Hem onze dank en erkentelijkheid te tonen in ruil voor de gunsten die Hij ons geeft.
- In feite zijn onze aanbidding en dank helemaal niet voldoende voor de gunsten die ons in deze wereld worden geschonken. Allah heeft voor ons in het paradijs grotere gunsten bereid als wij in Hem geloven en Hem aanbidden en Hij heeft ons in het paradijs eindeloze gelukzaligheid beloofd. In dat geval zijn de gunsten die Allah ons in het hiernamaals heeft beloofd, volledig Zijn bijzondere gunst, genade en schenking. Zij worden ons niet gegeven als tegenprestatie voor onze aanbidding en dank.
De Profeet saw legt deze kwestie als volgt uit:
“Uw daden (aanbidding) kunnen u niet naar het Paradijs brengen. Mijn daden kunnen mij ook niet naar het Paradijs brengen. Het kan alleen mogelijk zijn door de barmhartigheid van Allah.”