Welke zeedieren zijn toegestaan?

Alle vissen en dieren in de vorm van vissen zijn geoorloofd. Volgens de Hanafi-wetschoolzijn vissen zoals tarbot, karper, flipper en paling geoorloofd om te eten. Echter, zeedieren zoals krab, mossel, oester, kreeft, rivierkreeft en garnaal worden niet gegeten. Ook andere waterdieren die niet de vorm van een vis hebben, zoals walrus, zeevarken enz. worden niet gegeten. Volgens de drie andere wetscholen (Shafi, Maliki, Hanbali) worden alle zeevruchten wel gegeten.

De betekenis van de ayahs “Hij is het, Die de zee onderworpen heeft, opdat jij er vers en zacht vlees van kunt eten” (1) en “Het is u geoorloofd te jagen op waterwild en het als voedsel te gebruiken – ten bate van uzelf en van hen die reizen” (2) stellen, dat de zeeën een goddelijke weldadige bewaarplaats zijn en de mens er voordeel uit kan halen.

Met de genoemde ayahs informeert Allah Almachtig over het toestaan van alle zeedieren zonder uitzondering van een bepaalde soort ervan en zonder de voorwaarde te stellen van het slachten. Op deze manier verschaft Hij Zijn dienaren de gemakkelijkheid en de uitgestrektheid. Bovendien geeft Hij de mens de toestemming om alles te gebruiken om hen te vangen, op voorwaarde dat hij de dieren geen pijn doet.

Zoals bekend, zijn er twee soorten dieren, land- en zeedieren, afhankelijk van waar zij leven. Welke dieren van het land geoorloofd zijn, wordt in de fiqh-boeken uitgelegd. Wat de zeedieren betreft, zijn er verschillende meningen tussen de wetscholen.

Overeenkomstig de ayah’s waarvan wij hierboven de betekenis hebben gegeven, zijn volgens de geleerden van de Shafi-, Maliki- en Hanbali-wetscholen alle zeedieren, d.w.z. alle dieren die alleen in de zee leven en niet op het land, -het maakt niet uit waar ze te vinden zijn, of ze de vorm van vis hebben of iets anders; ze zijn toegestaan, ze mogen gegeten worden. Maar volgens dezelfde wetscholen maakt het niet uit of ze een andere naam hebben of dat ze levend of dood zijn of dat een moslim ze heeft gevangen of een niet-moslim; het oordeel verandert niet.

Terwijl de wetschool van Maliki geen enkel zeedier uitsluit, sluit de wetschool van Hanbali paling uit als haram en de wetschool van Shafi sluit kikker, krab en krokodil uit als haram omdat zij zowel op het land als in de zee leven.

En volgens de Hanafi-wetschool is het eten van het vlees van dieren die niet de vorm van een vis hebben, haram. Dienovereenkomstig mogen dieren gegeten worden die voortdurend in het water leven. Tarbot, karper, flipper en paling behoren tot deze groep. Maar andere waterdieren zijn niet toegestaan. Mossel, oester, kreeft en schaaldieren worden niet als geoorloofd aanvaard, zij worden als haram aanvaard. (3)

Volgens bovenstaande uitleg, terwijl dieren zoals mossel, karper gegeten mogen worden in de wetschool van Shafi, Maliki, en Hanbali; volgens de Hanafi wetschool mogen ze niet gegeten worden. De reden waarom de Hanafi wetschool ze als haram accepteert is omdat deze soorten dieren als vuil worden geaccepteerd zowel wat betreft het uiterlijk als het vlees dat ze hebben.

(1). The Surah of an- Nahl, 14

(2). The Surah of Maida, 96

(3). al-Mazâhibu’l-Arbaa, 2: 5.

Had je hier wat aan?
Over de auteur
Osman Celil

Osman Celil is een imam / geestelijk verzorger, geboren en getogen in Nederland. Na het afronden van zijn studie; islamitische theologie, is hij actief geweest in verscheidene moskeeën als imam. Tegenwoordig is hij werkzaam als geestelijk verzorger in diverse (jeugd)gevangenissen.